Tekort aan FFP2 en FFP3 maskers
Nog steeds gaat het grootste deel van de beschikbare FFP2 en FFP3 maskers naar de zorg. Die zijn daarom nauwelijks verkrijgbaar voor bedrijven in andere branches, zoals de Bouw en Techniek. Lopen we nu een gezondheidsrisico?
Nee, niet als je hier verstandig op inspeelt. In dit artikel wordt ingegaan op adembescherming binnen de Bouw en Techniek in tijden van corona.
Welke gevaren zijn relevant?
In de discussie rondom adembescherming gaat het om alle gevaren die via inademen het lichaam inkomen: stoffen, dampen, gassen, virussen en bacteriën. Op dit moment zijn alle ogen gericht op het coronavirus. De Bouw en Techniek heeft hier net als de rest van de algemene bevolking mee te maken. Zeker als er gewerkt wordt in ziekenhuizen. In de Bouw en Techniek kunnen we daarnaast te maken hebben met gevaarlijke stoffen zoals houtstof, kwartsstof, dieselmotoremissie, lasrook en dampen die vrijkomen uit vloeistoffen die we gebruiken (thinner, epoxyhoudende producten, enzovoort).
Wanneer gebruiken we binnen de Bouw en Techniek adembescherming?
Ademhalingsbescherming gebruiken we alleen als andere beheersmaatregelen niet genoeg beschermen. Als je bijvoorbeeld naast afzuiging op de frees, boor en haakse slijper, naast de puntafzuiging bij lasrook, naast de industriële stofzuiger toch te veel blootstelling hebt. Je hebt alles gedaan om je met andere middelen te beschermen, maar het is niet genoeg. Op dat moment gebruik je aanvullend adembescherming.
Wat voor adembescherming is er?
Adembescherming is er in alle soorten en maten. In dit artikel gaan we in op de onafhankelijke adembescherming. Dat zijn de middelen die je zonder toevoer van verse lucht, via slangen of via een fles op je rug, kunt gebruiken. De adembescherming die je zonder al te veel moeite op kunt zetten.
Op dit moment zien we overal om ons heen de niet-medische mondmaskers, de lapjes die je voor je gezicht bindt als je bijvoorbeeld gebruik maakt van het OV. De werking van deze mondmaskers is nog niet duidelijk. Het vermoeden bestaat dat ze de kans kleiner maken dat de persoon die het masker draagt een besmetting doorgeeft aan zijn omgeving. Deze maskers zijn niet genormeerd, mogen zelf gemaakt worden en zijn volop aanwezig.
De tekorten treden op bij de FFP2 en FFP3 maskers. FF, Full Face, staat voor mond en neus bedekkend en P2/P3 betekent dat deze eenmalig te gebruiken wegwerpmaskers beschermen tegen particles, deeltjes. Het gaat dus om stofvormige of druppelvormige blootstelling, zoals kwartsstof, houtstof en in geval van de zorg, virussen die zich in kleine druppeltjes verspreiden. In de volksmond worden FFP2 en FFP3 vaak aangeduid met snuitje of snoetje. P3 houdt meer deeltjes tegen dan P2. Dit is genormeerd, waardoor we de mate van bescherming weten.
Dan zijn er de half- en volgelaatsmaskers waarop je een filterbus schroeft. Er zijn verschillende soorten filters. P-filters beschermen alleen tegen deeltjes (stof en druppeltjes). Voor dampen en gassen heb je andere filters nodig (A, AX, ABEK, et cetera). Kijk dit na in het veiligheidsinformatieblad, vraag het na bij de leverancier van persoonlijke beschermingsmiddelen en kijk in het adviesdocument over adembescherming van Volandis.
Ten slotte bestaan er aangeblazen maskers of kappen. De lucht wordt door een filter getrokken en in het masker of de kap geblazen. De gefilterde lucht stroomt langs het gezicht. Dit maakt het inademen makkelijker en zorgt voor overdruk achter het masker. Vuile lucht zal niet snel vanuit de omgeving onder het masker stromen. Voor deze maskers zijn dezelfde soort filters beschikbaar als eerder genoemd bij de half- en volgelaatsmaskers.
Welke ademhalingsbescherming is geschikt in de Bouw en Techniek?
Zoals gezegd gebruiken we adembescherming als er ondanks het toepassen van betere maatregelen (afzuiging, watertoevoer, et cetera) toch nog een risico is. Kies dan voor het type masker dat het best beschermt en het meest comfortabel is: een kap of masker met gefilterde, aangeblazen lucht. Een goed alternatief is het half- of volgelaatsmasker met de juiste filterbussen. De middelen die op dit moment slechter te verkrijgen zijn, FFP2 en FFP3, beschermen een stuk minder goed dan deze maskers en zijn het minst comfortabel van alle beschermingsmiddelen.
In situaties waar het gebruik van een niet-medisch mondmasker in verband met corona verplicht is, zoals in het OV, moet je je afvragen of er nog andere gevaarlijke stoffen vrijkomen. Als je bijvoorbeeld een deur aan het schuren bent in het centrum van Amsterdam, dan kun je gebruik maken van afzuiging op je schuurmachine en daarbij een halfgelaatsmasker met een P2 filter. Je bent dan beschermt tegen het schuurstof en je verspreidt geen corona via uitademing. Komen er geen gevaarlijke stoffen vrij? Je wandelt bijvoorbeeld door dat gebied naar de plek waar je gaat werken, dan kies je voor het niet-medische mondmasker.
Samenvattend: Is het erg dat FFP2 en FFP3 minder goed beschikbaar zijn?
Het tekort aan FFP2 en FFP3 is voor de Bouw en Techniek geen probleem. Ook als er geen corona is, zijn andere beheersmaatregelen beter. Voorkom dat stoffen en dampen vrijkomen, bijvoorbeeld door het gebruik van afzuiging en de toevoer van water. Als dit onvoldoende is, gebruik dan aangeblazen maskers of kappen of de half- of volgelaatsmaskers om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen.